dinsdag 6 mei 2008

Stijloefeningen: vaag

Een tijdje geleden zat ik met een paar mensen ergens en we deden iets samen, je zou kunnen zeggen dat we iets bespraken. Het waren meer dan zes mensen, maar het was ook weer geen enorm grote groep, ze konden in één ruimte, zeg maar. En ergens in de middag, omdat we honger kregen of ons verveelden of iemand vroeg erom of iets dergelijks, lieten we iets komen dat we nodig hadden, omdat het warm was of eetbaar in ieder geval en ik zag al gelijk dat het eigenlijk te weinig was. Een van de mensen begon het rond te delen, en ik zag de schaal of het bord of wat het ook was, leger en leger worden. Nu nam niet iedereen iets, sommigen, of in ieder geval één iemand, nam niets, maar toch draaide het er uiteindelijk op uit dat er voor een van de aanwezigen, G. of X of iemand anders, niets overbleef. Het was sneu om een of andere reden, of niet leuk, dat kon je wel zien, hoewel je het niet goed zag, omdat hij (of zij) het ook weer niet echt liet merken, maar toch had je het gevoel dat het niet goed was en dat er iets moest gebeuren. Daarom deed ik iets of ik zorgde er in ieder geval dat het op een of andere manier werd opgelost, ik riep er in ieder geval een medewerker bij om er iets aan te doen, om bijvoorbeeld nog iets bij te halen of zo.

Geen opmerkingen: