woensdag 30 april 2008

Niets is ooit helemaal in orde

Hij was niet helemaal in vorm, schreef de Volkskrant. Misschien stond hij daarom steeds zo te wijzen. Maar nog steeds was het een van de betere concerten die ik had kunnen meemaken.
Ik heb trouwens wel een scherpe foto gemaakt, alleen staat hij hier in de schaduw. Zo had het kunnen zijn, als ik iets beter mijn best had gedaan.
Zucht. Ach, en deze...
...is niet helemaal vaag, maar hier wijst hij niet.
Nou ja, niets is ooit helemaal in orde.
Wisten jullie trouwens dat ze veel kleurige ballonnen hebben teruggevonden?
Maar ja, geen priester.
Ik bedoel maar.

dinsdag 29 april 2008

Foto's van mr. Cave

Je moet niet dansen als je foto's maakt. En je moet een goede camera meenemen. Dit geldt zeker in het geval je vooraan gaat staan bij een geweldig concert en als Nick Cave dan in de camera kijkt, en zo'n beetje blijft poseren.
Ik ga voor de zekerheid vandaag maar niet naar Amsterdam, want straks kom ik hem tegen en als hij mij herkent en erachter komt wat voor een foto's ik in elkaar stond te draaien, zegt hij me misschien niet eens gedag.
Hij heeft geen speciaal nummer aan mij opgedragen, maar dat komt waarschijnlijk omdat er aan de andere kant van de zaal allemaal mensen stonden te schreeuwen en aandacht te trekken.

zondag 27 april 2008

Sigaret over eenzaamheid

Soms kun je iets gewoon even regelen. Het was zo'n dag dat ik mijn best deed, maar niets bereikte, in mijn geval vooral omdat de treinen spontaan begonnen uit te vallen zodra ik mijn eerste voet op het perron zette. En dan zit er maar één ding op: naar het café. Zoals dat gaat, komt van het één het ander. Het begon ermee dat M. met de kaarten nog in zijn hand enthousiast naar buiten kwam rennen, waarna ik per ongeluk bij R. aan een tafeltje ging zitten, een sigaret over eenzaamheid voor hem maakte en we afspraken dat we elkaar al 25 jaar kenden.

donderdag 24 april 2008

Goed zaken doen

Gister werd ik gebeld door een telemarketeer die iets met pensioenen moest en toen ik vroeg wat ze studeerde, hing ze op.
Vandaag werd ik weer gebeld door een telemarketeer, die me vroeg of ze het genoegen had om met mij te spreken.
Ongeveer, zei ik, want het was niet helemaal mijn naam, maar vooruit, ze belde naar mijn nummer, dus ik rekende het goed. Ik had geen interesse in een goedkopere telefoonrekening, maar ik wilde dus wel graag weten wat zij van de kwestie van gisteren vond en vroeg me bijvoorbeeld af wat hierover in het Grote Telemarketeerhandboek stond.
Nee niks, zei ze, maar uit de losse pols kom ze me zo wel vertellen dat telemarketeers die zelf ophangen, geen manieren hebben, want zij bellen immers en wij moeten dat allemaal maar opnemen. Andersom was het trouwens ook niet aardig, maar toch net een andere kwestie, want zelf begon zij al om negen uur 's ochtends te bellen dus ze kon zich best voorstellen dat er af en toe iemand ophing of niet erg adequaat reageerde.
Kijk aan, zei ik, met u kan ik zaken doen.
Hartelijk namen we afscheid.
(Ze verdiende trouwens best goed, want ze had haar andere baantje als chauffeur sinds een week opgegeven, om fulltime aan de telefoon te gaan zitten. Ik ben vergeten te vragen om hoeveel geld het gaat, maar daar zal ik de volgende keer naar informeren.)

woensdag 23 april 2008

Priester kwijt

Dit stond vandaag in de krant: aan deze tros ballonnen hangt een priester. Voor het goede doel ging hij een record-ballonvaart houden. Dat record zal hij misschien wel verbreken, alleen zijn ze hem nu kwijt. Ze hadden de wind verkeerd ingeschat, hij werd niet over land, maar naar de zee geblazen.
Weten hoe de wind waait is ook moeilijk. Als ik mijn natte vinger in de lucht steek, lijkt de wind altijd van een andere kant te komen, dan waarheen de bomen waaien. En zelfs op de fiets weet ik nooit hoe de wind staat, eigenlijk lijkt hij meestal schuin van voren te komen.
Nu is de priester dus kwijt, hij hangt ergens boven zee of misschien ligt hij er al in. Maar ook dan is er nog hoop, want zijn stoel kan hij tot een luchtbed blazen.
Zielig, als je erover nadenkt, het had zo feestelijk kunnen zijn.
Ik hoop werkelijk dat ze hem nog vinden, maar aan de andere kant: als je dan toch moet gaan, ga dan zo.

dinsdag 22 april 2008

Nee, nee, makkelijker kunnen ze het echt niet maken

En weer een brief van de belastingdienst. Ik moest nog een rekening betalen die wellicht aan mijn aandacht was ontsnapt. Inderdaad was er een rekening aan mijn aandacht ontsnapt, want ik wist er niets meer van. Na enig zoeken haalde ik toch een brief tevoorschijn met de rekening die waarschijnlijk nog onbetaald was. Alleen kwam het bedrag niet overeen met het bedrag op de aanmaning. En de eerste rekening een stuk hoger dan de tweede. Omdat ik er weer eens niets van begreep, belde ik de belastingdienst. Ik wist het nummer, ik wist mijn burgerservicenummer/voorheen sofinummer, dus ik zwoegde me snel door het keuzemenu heen.
Een zorgelijke stem vroeg me wat ik wilde.
Ik legde uit dat ik graag wist hoeveel ik nog aan de belastingdienst moest betalen. Dat leek me de kortste klap.
Daarmee kon ze me onmogelijk helpen. Maar als ik een nummer had van een specifieke aanslag, wist ze waar ze naar op zoek kon.
Ik besloot niet voor te stellen om mijn burgerservicenummer/voorheen sofinummer te noemen, waarna zij dan toch kon zoeken op alle openstaande rekeningen, maar bekeek de brief op andere nummers. Ik noemde een nummer - H80 - dat achter mijn burgerservicenummer/voorheen sofinummer stond en dat samen met mijn burgerservicenummer/voorheen sofinummer volgens de brief mijn aanslagnummer vormde.
Bingo!
Opgelucht haalden we beiden adem. De vrouw van de belastingen noemde een bedrag dat overeen kwam met het bedrag op de tweede brief, maar dus niet met het bedrag op de eerste brief. Daarop legde ze het me uit: dat eerste bedrag was het volledige bedrag dat ik komend jaar moest betalen. Voor 29 februari had ik mijn aanslag in zijn geheel kunnen betalen, maar nu was het 29 februari geweest.
Ze hield even stil, maar ik was het met haar eens.
Dus dat kon niet meer. Nu moest ik het in elf gelijke termijnen betalen. Ik moest zorgen dat eenelfde van het totaalbedrag telkens voor het eind van iedere de maand op de rekening van de belastingdienst stond. Het bedrag dat ik nu onder ogen kreeg, waren twee termijnen, die moest ik nu eerst snel overmaken. Ik moest er bovendien rekening mee houden dat eind april naderde, dus ik kon misschien ook de derde termijn al overmaken.
Hoeveel dat was? Eenelfde van het totale bedrag en dus de helft van het bedrag op de aanmaning. Feitelijk moest ik drie keer de termijn overmaken.
Dat gaat mis, waarschuwde ik haar. Ik ben hier niet goed in. Ik maak het liever allemaal in één keer over.
Dat kon niet meer, want dat had ik voor 29 februari moeten doen en die termijn was verstreken, zei ze.
Daar was ik het nog steeds mee eens.
Het moest dus echt in elf keer, hoewel ik de eerste twee termijnen nu moest overmaken. En dus eventueel al de derde termijn.
Nog één keer haalde ik adem. Ik moet alle bedragen voor de laatste van iedere maand overmaken.
Dat bevestigde ze.
En het maakte niet uit wanneer.
Ook dat klopte.
Dus als ik voor 29 april nu eens alles overmaakte, dan hield ik me toch ook aan haar regels? Dan had ik alles toch voor het eind van iedere maand overgemaakt?
Even was ze stil. Dit ging ze nog even opzoeken, of ik aan de lijn bleef.
Na een korte pauze hoorde ik haar resolute stem. Er was ook een derde manier, deelde ze me mee. Ik kon het gehele bedrag ook nu in één keer overmaken.
Ze klonk of ze het had nageslagen in de dikke belastinggids.
Ik bedankte haar voor de inlichtingen.

zondag 20 april 2008

Een goed gesprek

Wat zijn de kenmerken van een goed gesprek, is een van de googlevragen die ik nog moest beantwoorden en dit weekend bedacht ik tijdens een van de wandelingen het volgende: een goed gesprek heeft tenminste één luisteraar, er worden belangrijke thema's aangesneden en achteraf zijn er nieuwe inzichten ontstaan, soms doordat de ander iets verhelderends heeft gezegd, een andere keer doordat je pratenderwijs - aangemoedigd door de geduldige blikken van je gesprekspartner - op eigen kracht op nieuwe ideeën bent gekomen.

donderdag 17 april 2008

Zin

Als ik wist hoe het zat, zou ik het hier in één zin uitleggen, maar dat kan ik niet en de beperking is niet die ene zin, want die kun je zo lang maken als je zelf wilt, hoewel het de vraag is of dat de leesbaarheid bevordert, met die kanttekening dat Proust er wel degelijk in is geslaagd zinnen van een halve bladzijde of meer te maken, die – hoewel je er je hoofd moet bijhouden en er wat tijd voor moet reserveren – echt aangenaam zijn om te lezen, waar ik gelijk aan wil toevoegen dat ik de schrijver de laatste jaren niet meer zo intensief lees, het laatste deel dat ik ooit snel heb doorlas, ligt nu alweer maanden naast me, onderop een stapel boeken ‘waarmee ik bezig ben’, een van de vele stapels die her en der verspreid in huis staan – want omdat ik geen kinderen heb, ben ik degene die hier torentjes bouwt – in die ene zin kun je bovendien, zoals Proust laat zien, behoorlijk wat uitweidingen en nuanceringen aanbrengen, maar mijn onvermogen ligt dus niet aan de beperking van die ene zin, die feitelijk geen beperking is, maar slechts een vorm, maar aan mijn beperkte denkraam: ik wéét niet hoe het zit.

dinsdag 15 april 2008

Van wijn naar onzin

Flopke, zei Flip zaterdagmiddag, dat toneelstuk van jou kan een stuk onzinniger. Misschien moet je eens gaan schrijven als je dronken bent.
Prompt trok Durksie zaterdagavond een paar flessen uitstekende wijn open.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen ging het zondagochtend prima, beetje vaag hoofd misschien, en ik ben gaan schrijven. Binnen een paar uur had ik ruim tien pagina's rabiate onzin.
(De Heer veranderde water in drinkbare wijn. Ik zette prima wijn om in geouwehoer. Benieuwd wat er over 2000 jaar weer te beleven valt.)

maandag 14 april 2008

Daaaag!

Laatst had ik er weer één. Ze belde voor een of andere geldverstrekker en vroeg of ze me een paar vragen mocht stellen.
Mag ik eerst, vroeg ik. Waarom doet u dit werk?
Omdat ze het belangrijk vond om mensen te kunnen helpen de beste financiële keuzen te maken, begon ze.
Maar wat doet u verder, vroeg ik. Het was geen Havo-scholiere, dat hoorde ik wel.
Ze was moeder en huisvrouw. En waarom ze dit werk deed? Omdat ze dan kon werken op uren die haar uitkwamen, als haar kinderen studeerden. 'Dat ik er ben als mijn kinderen thuis zijn, vind ik het allerbelangrijkste,' zei ze ongewoon energiek. Ze had echt een boel hogere diploma's waarmee ze veel betere banen kon krijgen, maar dat wilde ze niet.
Welke diploma's allemaal, vroeg ik en ging er goed voor zitten.
Schoevers.
Ze was stil.
Maar daar ging ze dus niets mee doen, hernam ze. Daarna vertelde ze enigszins beschroomd dat haar kinderen al in de twintig waren, maar dus nog steeds naar huis kwamen. Bovendien, als ze iets met haar Schoeversdiploma wilde doen, zou ze dertig uur moeten werken en dat wilde ze niet meer. Ze had genoeg te doen: vrijwilligerswerk, sport.
Ik wilde nog zoveel weten: wat haar kinderen studeerden, of haar huwelijk gelukkig was, waar ze woonde, waarvan ze droomde, wat ze aan had, maar ze onderbrak me. 'Nu moet ik echt ophangen. Want anders komen ze langs en vragen ze: wat ben jij allemaal aan het doen? Daaag!'
Ze hing op.

zaterdag 12 april 2008

Zekeringen

Dit is onze buurtwinkel. Ze verkopen: tabak, snoep, tijdschriften, drogisterijspullen, geneesmiddelen, bloemen, planten, wenskaarten, strippenkaarten, busabonnementen, kantoorartikelen, krasloten, staatsloten, inkjetcartridges, telefoonkaarten, fotorolletjes (die je ook kunt laten afdrukken), tapijtreiniger, videobanden, cd-roms, fototoestellen, fotoalbums, fotolijstjes, cosmetica, cadeauartikelen, kerstbomen (in het seizoen), postzegels, speelgoed, muziekcd's, fietsbandenplaksetjes, gekleurd papier, fournituren, batterijen, potgrond en je kunt er faxen, fotokopiëren (kleur en zwartwit), werkstukken laten inbinden, snijden, papier laten plastificeren, T-shirts, muismatjes, servetten, bekers etc. laten bedrukken, kleding laten stomen. En extra pinnen is geen probleem.
Ik ging er ooit naar binnen om een zekering te halen.
Hadden ze niet.

donderdag 10 april 2008

Achter gerania

Gister voerde ik een gesprekje met iemand over een blinde man die bij wijze van hobby struiken snoeit. Zou dat goed gaan, vroeg mijn gesprekspartner zich af.
Ik zei dat ik me kan voorstellen dat snoeien lekker aanvoelt voor iemand die toch al niets ziet. Bovendien: zo'n struik groeit wel weer aan.
Daarop concludeerde ze: en ach, het is toch beter dan achter de geraniums te blijven zitten.
Maar dat vraag ik me dus af. Want wat is er tegen een dagje achter de gerania? Nogal wat mensen kunnen zich daar niets bij voorstellen, maar ik verpulver als die tijd me ontbreekt.
Het hoeven trouwens niet per se gerania te zijn. Er is niets tegen een goeie potplant. En al helemaal als je ze geen water hoeft te geven.

maandag 7 april 2008

Verloskundige

Laatst had ik er weer een. Ze belde van de Nederlandse Energiemaatschappij, maar na enig doorvragen bleek dat ze inderdaad niet in het pand van het bedrijf zelf zat, maar in een call center.
Ik vroeg of ze dit fulltime deed of dat ze nog studeerde.
Ze zat nog op 4 Havo, zei ze en toen hoorde ik ook hoe jong ze nog was.
Wat wil je worden, vroeg ik.
Verloskundige, zei ze.
Wat leuk, zei ik. Dat lijkt me nog eens een zinnig vak. En heel mooi ook.
Dat was ze met me eens.
Even was het stil.
Verdiende dit een beetje, vroeg ik.
Best wel, zei ze. Ze deed het zo'n twee tot drie dagdelen in de week.
Ik wenste haar veel succes met haar de toekomst. Want we kunnen zeggen wat we willen, maar een vroedvrouw hebben we allemaal tenminste één keer nodig gehad.
Ik hing op.

vrijdag 4 april 2008

En het vogeltje schoot terug

Als je iets een keer doet, gaat het de volgende keer makkelijker. Leren heet dat.
Ik heb het afgelopen jaar geleerd stukjes van mijn tanden af te breken. Kijk, dit was de eerste. Ik at dit vogeltje. Het was klein, zag er een beetje zielig uit, maar was erg lekker klaargemaakt. En er zat dus nog een kogeltje in waar ik zo hard op beet dat mijn kaken ervan kraakten. Het vogeltje schoot terug, zou je kunnen zeggen en hij trof doel: er sprong een flink stuk van een kies. De kies was gaaf geweest, legde de tandarts me later uit.
Laatst was het een mossel die een steentje bij zich droeg. Ik heb de tandarts al gebeld. Het lijkt wel of die me steeds aardiger gaat vinden.

dinsdag 1 april 2008

Neuzenrichtsessie

Je hebt van die bijeenkomsten waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is dat 'de neuzen dezelfde kant op komen te staan'. Dat is letterlijk wat er moet gebeuren, ze zeggen het er nog bij ook. Krekel moest naar zo'n neuzenrichtsessie en hij keek er nogal benard bij.
Ik kon hem geruststellen, want bij zulke sessies kun je erop vertrouwen dat welke kant kant men je neus ook opdwingt, er komt altijd weer een moment dat men je hoofd loslaat, bijvoorbeeld als je de deur na de heidag achter je dichtslaat en dan kun je weer kijken waarheen je wilt. Zo gaat dat nu eenmaal. Er is geen neuzenrichtsessie hier op aarde georganiseerd, waarbij de neuzen bleven staan zoals op het whiteboard werd afgesproken en in de notulen is vastgelegd. Iedereen maakt er achteraf weer zijn eigen potje van. Dat komt omdat zo'n neus toch aan je gezicht vastzit en dat gezicht blijft bewegen als je verder gaat met leven.
Het is niet anders.