zondag 30 maart 2008

Durksie en auto's

Gister zat Durksie aan het uiteinde van een lange tafel en riep: 'Flopke, waarom sta ík nog niet op je blog?'
Ze keek me lachend aan en sloeg bereidwillig haar handen voor haar gezicht.
Een paar uur eerder was ze door een taxi pal voor het restaurant afgezet, het leek het wel of ze de taxi in de hal had laten parkeren. Durksie houdt niet zo van lopen en ze komt nooit op de fiets, want die staat al jaren aan een stevige kabel voor haar huis geparkeerd. De sleutel is ze kwijt. En wijs je ernaar, dan zegt ze dat ze echt keer een slijptol nodig heeft, met minder krijgt ze hem niet los. Maar ja, hoe komt ze aan een slijptol?
Het liefst rijdt Durksie in haar eigen auto. Het is een prachtige auto en hij is tamelijk duur. Ze heeft hem van haar werkgever geëist, om er vervolgens met strakke regelmaat deuken in te rijden. (Als Durksie even geen auto heeft, staat die bij de garage om te worden uitgedeukt.)
Dus ik zei: Durksie, morgen ben jij de eerste.

donderdag 27 maart 2008

Echt wel zeven

Het waren toch echt wel zeven gangen, mailde vriendin W. me nog, want haar koelkast was leeg en dan valt daar voor mij niets tegenin te brengen, sterker nog, ik meende dat ik daar niets tegenin had gebracht, maar slechts had beweerd dat niemand het had kunnen natellen, wat zeker het geval is, maar om dat inzichtelijk te maken, moet ik meer achtergrondinformatie geven en dat doe ik liever niet. Enfin, haar koelkast was leeg en dat wil wel wat zeggen, want het is nogal een apparaat, één die zelfstandig ijsblokjes kan lanceren en die bovendien doorgaans volzit, dus ik vraag me af of we slechts met zijn vijven waren, of het pas half drie was toen we vertrokken en of het bij zeven gangen gebleven is.
Ik kan het me nauwelijks voorstellen.

woensdag 26 maart 2008

Cava-night

Nu moest ik mijn belastingverhaal nog afmaken, maar ik had daar geen zin meer in toen ik deze foto weer tegenkwam op mijn telefoontoestel, genomen tijdens een maaltijd die erg laat op gang kwam, en waarvan één van de gerechten een uit Argentinië afkomstige, maar vanuit Curaçao ingevlogen Lomito was, dat weet ik zeker. Deze foto werd later genomen, ik schat zo rond half twee 's nachts, bij de zevende gang, hoewel ik durf te wedden dat niemand het heeft meegeteld (want op een gegeven moment kun je iedereen alles wijs maken), hoewel ik wel weer weet dat we de dessertwijn nooit hebben gehad, maar dat die ondertussen lag te ontploffen in de diepvries.
Vriendin W. was nogal opgelucht dat ik nog niets over dit etentje heb geschreven, waar ze ergens natuurlijk gelijk in heeft, want moet je zien: niemand was meer zo gedisciplineerd om zijn gezicht goed te verbergen. Maar ja, als W. het echt wil verzwijgen, moet ze het natuurlijk niet oprakelen op een moment dat wij het al keurig onder de naam Cava-night hebben weggeslapen.
En opeens dacht ik: wát nou belastingtelefoon?

dinsdag 25 maart 2008

Makkelijker zullen ze het niet maken...

Ik krijg met enige regelmaat blauwe brieven in de bus en doorgaans steek ik mijn kop in het zand, maar nu was er weer zo'n moment aangebroken dat ik voelde iets te moeten ondernemen. Dat kan zo opeens in je neerdalen. Ik had namelijk in een eerder stadium al iets van 'betalen' zien staan. Daarom greep ik naar mijn blauwe brieven, want het waren er inmiddels drie geworden. Wat er in de eerste stond, weet ik niet meer. De tweede was een verzoek tot betaling in het kader van de zorgverzekeringswet. Voor € 372 was ik klaar. Volgens de derde blauwe brief moest ik een bijdrage zorgverzekeringswet 2006 betalen en dat kostte me € 390. Om te beginnen wilde ik natuurlijk weten of het hier om één of om twee rekeningen ging en in het meest optimistische scenario dat er slechts één bedrag betaald hoefde te worden, wilde ik weten om welk bedrag het precies ging. En dus belde ik de belastingtelefoon.
Ik kreeg een keuzemenu te horen, dat vooraf werd gegaan door een waarschuwing. Wilde ik met deze telefonade iets willen bereiken, dan moest ik mijn burgerservicenummer wel bij de hand hebben.
En dat nummer had ik niet, sterker nog, ik had er nog nooit van gehoord en het stond nergens op de formulieren die ik voor me had liggen. Wel stonden er veel andere nummers op.
Misschien was mijn burgerservicenummer mijn sofinummer, bedacht ik me, alleen begreep ik niet waarom ze daar dan niet gewoon om vroegen. Ik weet wel dat de belasting het nooit echt gemakkelijk zal maken, maar om het burgerservicenummer te verzwijgen, getuigt weer van een soort van onwil.
Een ander probleem was dat er in mijn sofinummer nu ook letters geslopen waren en dat kon ik me niet herinneren uit het verleden waarin ik het nummer ooit ergens had moeten invullen.
Nu leek me dit een noodgeval, waarvoor ik best wat bijstand zou mogen vragen. Ik zette het bellen door, koos me diep het keuzemenu in en zou vragen wat dat nummer was als ik iemand aan de lijn zou krijgen.
Maar dan had ik buiten de belastingtelefoon gerekend. En vooral buiten het keuzemenu. Want na een aantal keuzes sprak de stem onverbiddelijk: 'Toets nu je burgerservicenummer in.' En dat terwijl ik op dit moment feitelijk vooral iemand aan de lijn probeerde te krijgen om me uit te leggen hoe ik aan dat nummer kon komen.
Ik hing op en dacht na.
Daarop belde ik de belastingtelefoon nog maar een keer. Ik passeerde alle keuzes weer en toen ik mijn burgerservicenummer moest intoetsen, begon ik het eerste deel van mijn sofinummer in te voeren. Bij de letters hield ik op. Ik toetste brutaalweg een hekje in en toen... mocht ik door naar de volgende ronde!
Of ik nu mezelf was, wist ik niet, maar ik kreeg wel een echte meneer aan de lijn.

maandag 24 maart 2008

Checklist Pasen

Pasen 2008 is nu bijna voorbij. Wat moest gebeuren, zal nu achter de rug zijn. Dat moet haast wel, anders is het immers aan de late kant. Het zou niet zo moeten zijn dat alles nu nog moet gebeuren, in die paar uur die ons nog resten, want dan hebben we het er behoorlijk op laten aankomen. Dat zou bovendien best nog wel eens consequenties kunnen hebben voor volgend jaar. Immers: als in een paar uur kan, waar aanvankelijk twee dagen voor stonden, dan moeten we ons achter de oren krabben en eens goed met elkaar gaan nadenken of het de volgende keer niet korter kan.
Wat ik maar wil zeggen: als het niet gebeurd is, kunnen we dat beter eerlijk toegeven. Dan is er niets aan de hand en zeg ik: volgend jaar beter.

zaterdag 22 maart 2008

Eerlijk oversteken

Ik zal het maar eerlijk zeggen, jullie mochten immers alles weten. Ik vond de poppetjes leuk, ik verheugde me ze open te maken. Ik was er bijna. En toen stopten ze.
Op.
Ik had nét de slaapdinges gekregen, was daar heel gelukkig mee. Maar het Muziekpoppetje miste ik nog.
Ik ben geen spaarder, ik heb nooit een verzameling compleet gehad, houd niet van de stripboeken en heb een grote hekel aan de liedjes die over de poppetjes zijn gemaakt. Het zou me tegenhouden, maar de dingesen zijn prachtig. Want wat had ik er leuk mee kunnen spelen vroeger. Ik zou er bijna mijn bootje weer bijpakken om ze erin te zetten. En had ik mijn stofzuiger nog maar, met zo'n mooi panoramaraam rondom, waardoor je goed kon zien waar de bijgeleverde witte bolletjes bleven als je ze had opgezogen. Ik gebruikte mijn stofzuiger niet om de witte bolletjes op te zuigen, ik gebruikte hem als futuristisch huis, omdat je door het panoramaraam de poppetjes zo mooi kon zien. De slang was dan een instrument dat je in de nieuwe tijden aan je huis nodig hebt.
Toen ik de poppetjes in handen kreeg, kwam het allemaal weer terug. En dus wilde ik ze allemaal.
Via marktplaats bood iemand de muziekdinges aan. Niet tegen geld, maar tegen DE-punten, die ik nog in een la had liggen. De ruil heeft zojuist plaatsgevonden. Van die DE-punten ben ik af, zij was er blij mee. (Een van de meer troosteloze momenten van mijn leven heb ik doorgebracht in de DE-winkel, eindeloos wachtend op mijn beurt om voor een enorme hoeveelheid DE-punten, die allemaal geteld moesten worden, bijzonder lelijke theelepeltjes te kopen.) Ik heb mijn collectie compleet en ben nu kinderachtig gelukkig.
Zucht.

vrijdag 21 maart 2008

Te doen

Doen met Pasen
opruimen
boek ophalen (ligt al klaar)
boek kopen (eerst titel opzoeken)
twijfelen over derde boek
niet naar Cora
smurf ruilen
lezen
eten
praten
schrijven
naar de film
list bedenken
en niet naar Cora

donderdag 20 maart 2008

De Derde is Dood

Nu zijn de Grote Drie dus dood. Na Hermans en Reve, nu ook Claus. Elk overlijden is verdrietig, maar voor mij, die geen van de Drie gekend heeft, zal er in mijn leven niet veel veranderen, daarover moet ik eerlijk zijn. Reve las ik al voor hij stierf. En als ik even vrolijk wil worden, lees ik hem weer. Hermans lees ik alleen als ik er tegen kan en het bovendien niet erg vind om verdrietig te worden. Met Claus heb ik eigenlijk alleen vluchtig kennis gemaakt, maar had hem al klaargezet. Hoog tijd om dat nu te gaan lezen. Want dat is het rare met een dode schrijver: die kun je nog heel goed leren kennen.
(En zoals dat gaat: als de oude generatie is verdwenen, komt de nieuwe generatie bovendrijven.)

dinsdag 18 maart 2008

Het gaat om de poppetjes...

Het zal ook heus wel aan mijn humeur liggen, maar ergernis komt nooit helemaal uit de lucht vallen. Neem die Grootgrutter die dankzij een poppetjesactie de afgelopen weken behoorlijk veel meer heeft verdiend dan het bedrijf zelf had voorspeld. En dat ligt niet aan hun producten, als ik thuis zo eens om me heen proef. Zoals de 'printbonbons' die lijken op de Australianchocolaatjes, waarvan bekend is dat er goede grondstoffen voor gebruikt worden. De printbonbons van de grootverdienende supermarkt daarentegen zijn gevuld zijn met een oranjeachtige botermassa met een zweem van sinaasappelsmaak.
En vanavond at ik hun zilvervliesrijst. Vroeger waren dat sappige rijstkorrels in hun vliesje. Opeens herinnerde ik me dat, terwijl ik een soort van bruingeverfde, uitgedroogde variant van toverrijst at, met op zijn best nog wat gemalen vliesjes erdoor.
Eigenlijk ging het me dus vooral om de poppetjes.

maandag 17 maart 2008

Luide bellers

Als ik in de trein zit en om me heen voeren reizigers luide telefoongesprekken, vind ik dat vaak een beetje hinderlijk, want dan kan ik mijn eigen gedachten niet meer denken.
Ik ben daar niet de enige in, integendeel. Er zijn zoveel mensen die zich er zo ernstig aan storen, dat er een actie tegen luid bellen in de trein is opgezet. Behalve het treinpersoneel, moeten ook reizigers de bellers vaker op hun luide belgedrag wijzen.
Vanochtend zat ik in de trein en medereizigers om mij heen voerden luide telefoongesprekken. Daar deden ze mij geen plezier mee, bovendien wist ik dat zij hadden moeten weten dat ze dit eigenlijk niet zouden moeten doen. Toch wisten zij dat niet of het kon ze niet schelen. Dat maakte de herrie er voor mij nog iets vervelender op. Bovendien moest ik er nu ook nog iets van zeggen tegen deze onwetende of onverschillige bellers.
Dat wil ik helemaal niet.
Ik heb nergens om gevraagd.
En al helemaal niet op een maandagochtend.

zondag 16 maart 2008

Geel plasticje

Hoe kom je aan een geel plasticje dat je ergens aan kunt hangen? Als volgt: je gaat naar een gelegenheid waar een garderobe is. Daar lever je je jas in, en daarna je tas. Als je het bonnetje van je tas krijgt, zeg je - en dit mag met een lichte verontwaardiging - 'Hé, krijg ik ook nog een kaartje voor mijn jas.'
Degene in de garderobe ziet dat er aan het haakje waaraan je jas hangt, geen geel plasticje meer hangt, biedt zijn excuses aan, hangt je jas op een ander haakje en overandigt je een geel plasticje dat je ergens aan kunt hangen. Je stopt het plasticje in je tas, samen met het bonnetje voor je tas. Als je later weggaat, lever je je gele plasticje en je bonnetje in, je krijgt je jas en je tas terug. Achterdochtig controleer je of je sjaal er wel bij zit en je vertrekt. Later, als je thuis bent, zul je in je tas het gele plasticje vinden en je realiseren dat je die kreeg toen je je jas aan het eerste haakje liet ophangen, waarna je hem gedachteloos in je tas hebt gestoken.
Nu de volgende vraag: wat doe je met het gele plasticje: houd je het, ga je op zoek naar het adres van de betreffende locatie om het terug te sturen of lever je ooit een keer in bij een garderobe waar ze vergelijkbare plasticjes hebben, in de hoop er nog een leuke jas voor terug te krijgen?

vrijdag 14 maart 2008

Abonnement

Dat was een bijzonder prettig gesprek met iemand van Elsevier. Ze belde gelegen, want ik was zo'n beetje klaar met alles, dus ik zat nog naar de muur te staren en was op het punt gekomen om ook daarmee op te houden.
Ze belde me omdat ze oud-abonnees van Elsevier een gunst wilde verlenen.
Ik ben geen oud-abonnee, zei ik.
Even was ze stil. Toen hernam ze: maar ik had ooit een speciaal nummer aangevraagd.
Dat was waar.
Nou, dat rekende ze goed. En voor oud-abonnees had ze een prettige aanbieding.
Maar ik ben dus geen oud-abonnee, zei ik. (Ze belde immers gelegen, ik had de tijd.)
Jawel, maar ik had een speciaal nummer aangevraagd, dus kon ze me wel zo noemen. Dat stond zo in haar papieren.
Dat vind ik raar, zei ik.
En als oud-abonnee, ging ze door, mocht ze mij in de watten leggen. Want ze kon me twintig nummers aanbieden voor een bescheiden bedrag, en daarna hield het automatisch op.
Ik hoef geen abonnement, zei ik.
Dat is geen abonnement, zei ze.
Dat lijkt me wel, zei ik.
Nee, zei ze. Het zou pas een abonnement zijn, als ik jaar lang Elsevier zou ontvangen.
Maar ik krijg twintig nummers, zei ik. Dat is bijna een half jaar. En die komen automatisch in de bus. Dat noem ik een abonnement.
Zij noemde het niet zo, want zo stond het niet in haar papieren. Na twintig nummers stopte het automatisch en dan hoorde ik nooit meer iets van hen. Dat was dus geen abonnement.
Dus of ik ervoor voelde, als oud-abonnee, om twintig nummers van Elsevier te ontvangen.
Elsevier is me te rechts, zei ik.
Dan heeft u het lang niet meer gelezen, zei de vrouw. Want het was helemaal niet meer rechts, juist ook om linkse mensen aan te spreken. Dus dan was het zeker aan te bevelen om op haar aanbod in te gaan.
En toch wil ik geen abonnement, zei ik.
We hebben best gelachen en gezamenlijk hingen we op.

donderdag 13 maart 2008

Y-vormig

Sommige dingen snap ik gewoon. Zoals deze kachel voor het verbranden van y-vormige takken. Ooit in Munster gezien, niet in een winkel voor interieurinrichting, maar in een museum. Het is een kunstwerk van Andreas Slominski.
Slominski zal er ervaring mee hebben, met y-vormige takken en traditionele kachels. Maar in plaats van de takken te kortwieken, bouwde hij een kachel.
Het is zo'n mooie gedachte, want we kunnen bezig blijven met aanpassen, dingen in elkaar proberen te passen, terwijl ze daar niet geschikt voor zijn. Als je er niet aan wilt meewerken en je wilt niet dat er wordt gezaagd, geopereerd, gekortwiekt of kleingesneden, val je al snel buiten de boot. Of anders kost het handen vol geld en een hoop frustratie.
Daarom is het goed dat er aan oplossingen wordt gewerkt.

dinsdag 11 maart 2008

Bezoek van boven

Soms gaat de bel als je hem helemaal niet kunt gebruiken, als elke bezoeker alleen maar stoort. Toch is zo'n bel dwingend en negeer ik hem niet. Dan, bij wijze van compromis en omdat het nogal ver is om de twee trappen naar beneden te lopen, doe ik boven een raam open om de bezoeker toe te roepen dat ik eraan kom. Gister zag ik vanuit dat raam dat er twee oudere dames hadden aangebeld. Ze stonden gebogen over hun tassen te rommelen en haalden kleurige folders op recycling papier te voorschijn. Ergens daalde het in me neer: deze dames kwamen de Boodschap verkondigen. En daar zat ik nu werkelijk niet op te wachten, ik was bezig mijn eigen Boodschap vanuit mijn hoofd op papier te krijgen. Ik overwoog even vanuit het raam te vragen wat ze wilden om hen vervolgens toe te roepen dat het niet nodig was. Maar om zo van bovenaf mensen toe te spreken, om hen vervolgens weg te sturen als ze mij niet bevielen, dat ligt mij niet. Dus sloot ik zachtjes het raam. Ze hadden me niet gezien, ik ben er niet.
Al heel snel - veel sneller dan ik verwachtte - piepte het hekje en waren ze weg.

maandag 10 maart 2008

Storm

Dat het vanochtend zo kalm en zonnig was dat je je niet kunt voorstellen dat het gaat stormen, hoewel je langzamerhand toch wat takken ziet bewegen en vogels rare manoeuvres ziet maken. En hoe ik inmiddels op de achtergrond van die rukwindgeluiden hoor. Ja, het gaat stormen, dat geloof ik nu wel. Hoewel je het nooit zeker weet. Want juist op de momenten dat je denkt dat het erg wordt, valt het achteraf reuze mee en als je denkt dat het nooit zo erg kan worden, dan blijkt in het land de noodtoestand te worden uitgeroepen, enzovoorts, want vooraf weet je het niet en achteraf lijkt alles waar je eerder rekening mee hield, altijd toch een beetje belachelijk.
In mijn hoofd zal het in de loop van de dag alleen maar rustiger worden, voorspel ik. De wind gaat liggen en een bleek zonnetje breekt door.

zondag 9 maart 2008

Hoe is het mogelijk?

Dat we gister de Soprano's misten, omdat het ging over: elektronica, de boekdrukkunst, de stoomtrein, wie de laatste borrelhap neemt (Mario), dat een managerachtige man die zegt postbode te zijn, waarschijnlijk een suffe baan heeft, omdat hij anders wel eerlijk was, hoe men bestelt in een restaurant (leg alle menukaarten op een stapel en geef vriendin W. pen en papier), het eerste optreden van de Sex Pistols, het voordeel van een lastig karakter, hoe je zes loempia's door vijven deelt (Mario), tekeningen die voor één euro en daarna voor vijf euro worden aangeboden en dat je dan niet in discussie moet gaan, maar vooral moet dóórlopen, Frank. En natuurlijk: Tedje en de Flikkers, die in hun hoogtijdagen schurft hadden, en hoe Tedje uiteindelijk zijn onderbroek de zaal ingooide, waarna het publiek het niet meer pikte en met flesjes bier ging teruggooien en dat dat het voordeel is van ouder worden, want kom er tegenwoordig nog maar eens om.

zaterdag 8 maart 2008

De Wedstrijd, een Update

Gister had ik een verbouwereerde Pietervrouw aan de lijn (kijk, dit is ze). Met haar heb ik nog steeds een wedstrijd lopen over wie het eerst ingaat op het verzoek van een telemarketeer om een afspraak te maken. We willen een afspraak, maar dan wel in een hotel in een vreemde stad. Ik ben nog niet ver gekomen, maar Pietervrouw bakt er nog minder van. Laatst werd ze gebeld door iemand van Vodafone. Ze dacht aan onze wedstrijd, maar wist even niet meer wat ze ook alweer moest zeggen of doen. Terwijl ze aan het nadenken was over de juiste strategie, gaf ze een paar slappe antwoorden. Bovendien was ze behoorlijk chagrijnig.
En nu heeft ze dus een abonnement.

vrijdag 7 maart 2008

Mr. Sanousi voor alles

Soms krijg je een aanbod waarvan je denkt: dat slaat op mij. Ik kreeg een briefje zoals we die allemaal wel eens krijgen. Dit keer kwam hij van Mr. Sanousi (Groot Médium, niet te verwarren met de wasmachines en koel-vriescombinaties). Hij biedt aan om te helpen bij het oplossen van alle problemen: liefde, geluk, werk, aandacht, succes met alles, onder andere zaak, sport, klanten, aantrekkeen en terug krijgen van uw gelliefde partner, bescherming tegen het kwaad en gevaren, genezen van impotentie, enz.
Het is te makkelijk om Mr. Sanousi op zijn taalgevoel te pakken, hij is Médium en was er waarschijnlijk op school met zijn hoofd niet altijd bij. Ik lees er wel overheen en ga er gewoon vanuit dat hij met het probleem 'geluk' bedoelt 'een tekort aan geluk'. Dat hij het als probleem beschouwd dat we 'geen succes met alles' hebben. En dat kan allemaal worden opgelost.
Met zijn taalgebruik zit ik niet, wel verbaas ik me over zijn selectie van voorbeelden. Dat hij klanten eerder noemt dan het terugkrijgen van je geliefde partner, bijvoorbeeld. En die nadruk op het genezen van impotentie verbaast me ook.
Dat laatste blijkt nogal een nijpend probleem te zijn, als ik alle aanbiedingen die ik per mail krijg, erop nakijk. Ik realiseer me dat niet zo, maar misschien zit een soort van logica in. Want dan heb je je geliefde partner terug, die gaat vol verwachting op de bank liggen en dan wil het niet.
Gênant inderdaad, ik snap dat dat onaangenaam is. Maar ik heb er dus geen last van, want ik heb geen apparaat. (Ik heb alle aanbiedingen om hem te verlengen daarom altijd beleefd afgeslagen). Bovendien, als ik impotent was geweest, was ik al op een van de vele eerdere aanbiedingen om daar iets aan te doen, ingegaan.
Maar Sanousi kan veel meer. Hij kan bij alles helpen, dus ook bij een koninklijke uitstraling en sterkere nagels.
Ik zal hem maar eens bellen, want zijn Tél staat erbij.

donderdag 6 maart 2008

Natte sneeuw

Een Nederlandse winter is toch vooral: er wordt sneeuw voorspeld, en overal op de straat zie je onwaarschijnlijk snel wit poeder liggen: strooizout.
En o ja, op een van die dagen valt er even een beetje natte sneeuw.
Er worden hier veel hoe-kunnen-we-het-de-volgende-keer-voorkomen-rapporten geschreven. Het bos staat vol wegwijzers. Het eten moet worden voorverpakt.
(Er was een café waar ze koffie en thee serveerden met een grote koek op een schoteltje erbij. Volgens geruchten kwam dat omdat ze het niet van de drankomzet hoefden te hebben. De eigenaar verdiende vooral geld met de drugshandel waarvoor het café een dekmantel was. Die onverpakte koekjes, dat mocht niet meer. Verder is er aan het café niets veranderd. Ik ga er niet meer naartoe.)

woensdag 5 maart 2008

Wat zou er toch?

Schuin tegenover me in de tram zat een man met een aluminium koffer. Bij tassen vraag ik me nooit af wat erin zit, daar kan ik me zo ongeveer wel een voorstelling bij maken. Maar bij deze koffer had ik geen idee. Het moest iets zijn dat je er niet makkelijk uithaalt, anders waren de voordeurtjes overbodig. Je moest er waarschijnlijk voorzichtig mee zijn. Was het gevaarlijk of was broos? Of was het alleen maar iets dat erg kostbaar was? Hij hield zijn hand steeds op de koffer. En er stond een sticker met een naam erop, waarschijnlijk de zijne.
Levend was de inhoud waarschijnlijk niet, er zaten geen luchtgaatjes in.
Zulke gedachten kan ik moeilijk van me af zetten, ik maakte een foto.
Het was in ieder geval zwaar, zag ik toen de man uitstapte.
Naast me zat een andere man die over mijn schouder had meegekeken toen ik de foto maakte. Later maakte ik een paar notities in een boekje en zorgde ervoor dat hij niet kon meelezen.
Die man moet zich hebben afgevraagd waarom ik in hemelsnaam zo'n foto maakte en wat ik nu opschreef.
Wat ik maar wil zeggen: zo is er niets aan de hand en even later zit de halve tram met onverdraaglijke en onoplosbare vragen.

dinsdag 4 maart 2008

Leven in vrede

Als je ze eenmaal hebt, gaat het vanzelf. Met muizen, bedoel ik. Ooit toen ik nog een jonge flop was, woonde ik korte tijd in een studentenhuis, maar dan zonder studenten. Het was meer een huis vol werkelozen. En werk of niet, er was geen tijd of gelegenheid om de afwas te doen. Het was dus een ideale omgeving voor muizen en ze zaten er dan ook. Ze zaten tussen de vuile afwas en op het kruidenrekje. Als ik op een ijverig moment eens stond te koken en ik had zout nodig had, wapperde ik eerst even met mijn hand. Dan gingen de muizen even opzij. Het was best een vreedzame coexistentie. Het went, als je eenmaal in de situatie zit. Maar toen ik een wel erg grote, kale muis onder het aanrecht zag wegschieten, ben ik toch maar verhuisd.
(Met dank aan Nikki voor de foto.)

maandag 3 maart 2008

Geen muizen

Zoals ik zei: zorgen maken, daar kun je talent voor hebben. Ik droom van muizen, ik betrap ze in winkels en weet inmiddels dat heel Utrecht en Amsterdam ervan vergeven is. Bovendien zou ik niet weten hoe je ze weg kunt krijgen.
Hier zijn geen muizen.
Niet op dit moment.
Niet dat ik weet.
Toch luister ik of ik ze toevallig hoor. Net nog, ik hield mijn adem in, maar hoorde niets. Ik kijk achter mijn boekenkist en achter mijn oude koffer.
Niets.
Nergens een muisje. Maar het zou een ideale schuilplaats zijn. En er liggen hier kruimeltjes op de grond. Dus maak ik me alvast zorgen over hoe ik ze straks weer wegkrijg.
Ik heb geen muizen in mijn kamer, en dit zijn drie schroefjes. Er kriebelen hooguit muizen in mijn systeem.

zondag 2 maart 2008

Wat doe jij?

Ik stond weer eens te wachten op Utrecht Centraal, maar de Kiosk was nog open. De Kiosk daar tegenover was wel gesloten. Ik ging voor het donkere raam staan met mijn telefoontje in de hand, een conducteur liep langs.
'Wat ben jij aan het fotograferen,' vroeg hij.
'Nou, niks,' zei ik.
'Doelen fotograferen?' drong hij aan.
'Doelen?' vroeg ik. 'Hoezo?'
'Nou, ik weet niet,' zei hij.
Even was het stil, toen liep hij door.
Ook in de Kiosk gebeurde niets en mijn trein vertrok.

zaterdag 1 maart 2008

Een bril

Je zorgen maken, ook daar kun je groots in zijn. Ik heb er talent voor. Neem de bril. Al jaren test ik mijn ogen op nummerborden en kleine letters in de verte. En ook tijdens het lezen vraag ik me af of ik alles wel scherp genoeg zie. Tot nu toe was er niets aan de hand, ik heb geen bril nodig.
Mijn probleem is dat brillen me niet staan. Ik heb een hoedenhoofd, een bril staat frikkerig en ik wil dus niet als juf door het leven gaan.
Overigens, nu ik dit schrijf, ga ik ervan uit dat het binnenkort zover is. Ik schrijf dit immers niet voor niets. Bovendien, toen ik laatst een boek vlak tegen mijn neus hield, zag ik de letters niet meer zo scherp. Dat was vroeger toch anders?
Ik denk dat ik vandaag toch maar weer eens een paar brillen ga passen.